De Tête de Moine AOP eist terecht een bijzondere plaats op tussen de Zwitserse kazen. Het is immers een kaas die men niet versnijdt maar heel fijn schaaft, of beter nog, krult met het speciale toestel dat men een Girolle® noemt. Origineel en vooral ook: heerlijk! Om het herkomstgebied van de Tête de Moine echt te waarderen, moet u omhoog kijken. Het Zwitserse Juragebergte tekent immers prachtige en vooral grillige landschappen met bergen en golvende weiden. U ziet er de koeien rustig grazen door het malse en aromatische gras. Dat gras geeft de Tête de Moine zijn onnavolgbare karakter. Het is middenin deze streek, rond de Abdij van Bellelay, waar de Bellelay-kaas voor het eerst werd gemaakt. Tijdens de Franse Revolutie gaf men de kaas de naam Tête de Moine (‘Monnikenkop’) naar de gelijkenis met de manier van scheren van het hoofd van de monniken. De specialiteit wordt gemaakt met een haast heilige trouw aan de oude tradities in de kaasmakerijen van het AOP herkomstgebied. De kaas ontwikkelt zijn subtiele aroma’s tijdens de rijping op de dennenhouten planken. Alleen de kazen die voldoen aan de zeer strikte eisen van het AOP-bestek komen door de kwaliteitscontroles en krijgen dan pas het recht om de naam ‘Tête de Moine, Fromage de Bellelay’ te dragen. Met de Girolle® (een soort fijn draaiend kaasschaafje) schraapt men over de kaas om de fijne ‘rosettes’ of roosjes te krijgen die de fijne en delicate aroma’s vrijgeven. Men kan ook roosjes of ‘krullen’ maken met een heel fijn mesje dat men dan vertikaal over de kaas schraapt. De monniken deden dat trouwens eeuwenlang op die manier. De beschermde oorsprongsbenaming (AOP, Appellation d’Origine Protégée) waarborgt dat de kwaliteitsproducten in het gebied van oorsprong geproduceerd, verwerkt en veredeld zijn.
Kruidige en licht pikante kaas